Weg

Ik weet het al een tijdje. Ik moet weg bij de ggz-instelling waar ik onder behandeling ben. Ik ben er al veel te lang (drie jaar ipv twee jaar) toch blijf ik behoefte houden aan ondersteuning. Niet zo zeer ‘behandeling’, maar ondersteuning ten tijde van diepe depressie en begeleiding in betere tijden. Begeleiding over hoe ik met mijn emoties en de uitdagingen van ‘het leven’ kan omgaan. Het is nu een ‘goed’ moment om op zoek te gaan naar een vrijgevestigde behandelaar, aangezien mijn huidige behandelaar van afdeling wisselt. Deze keer kan ik echt niet meeverhuizen, ik pas emotioneel dan wellicht wel in haar doelgroep (jong volwassenen), maar qua biologische leeftijd ben ik te oud…

Het is ook een ‘slecht’ moment om te moeten wisselen van behandelaar, zo midden in een depressie. Wisselen betekent namelijk ook keuzes maken en actie ondernemen van mijn kant. Niet mijn sterkste punten, zeker niet nu. Gezamenlijk schreven mijn behandelaar en ik een brief naar mijn huisarts, met het verzoek mij te ondersteunen in de zoektocht naar een nieuwe behandelaar. Ik heb wat wensen, die eigenlijk eisen zijn…

Zo moet hij/zij bekend zijn met schematherapie, bereid zijn te willen ondersteunen in plaats van te willen behandelen (met als doel ‘beter’ worden) én wellicht het belangrijkste ik moet niet binnen een jaar klaar hoeven zijn. Ik wil er kunnen blijven, zolang ik daar behoefte aan heb. Geen eenvoudige opgaaf, die zoektocht. Via mijn huisarts kwam ik bij de POH terecht (de Praktijk Ondersteuner van de Huisarts), zij is zelf psychologe en heeft een uitgebreid netwerk. Dat is waar het mij om gaat, dat mijn verwijzer de werkwijze van mijn nieuwe behandelaar kent. Ik wil niet zomaar een naam van het wereldwijdeweb plukken. Ik wil iemand die past bij mijn hulpvraag (dat ik dit woord ooit nog eens zou gebruiken…). Nadat de POH mijn dossier gelezen had, kwam zij in een gesprek met twee namen van behandelaren die wel bij mijn hulpvraag zouden kunnen passen. De keerzijde was dat ik voor beide behandelaren 40 autominuten zou moeten reizen. Een groot nadeel. Maar een overkomelijk nadeel, als de ‘klik’ er zou zijn.

Thuisgekomen bestudeerde ik van beiden hun website, beiden leken aan te bieden wat ik zocht. Ik las vol vertrouwen verder tot ik bij de wachttijden aankwam. Maar liefst 6 maanden wachten! Dat zou betekenen dat er een groot gat zou ontstaan tussen het einde van het contact met mijn huidige behandelaar (eind november) en de start van het nieuwe. Ik besloot beide behandelaren te mailen om te vragen of het mogelijk was een kennismakingsgesprek te hebben op relatief korte termijn. Zo konden we samen kijken of er iets van een klik was, waarna ik kon besluiten op de wachtlijst plaats te nemen. Eén behandelaar mailde terug dat ze een patiëntenstop had. De andere behandelaar mailde terug dat ik begin december een kennismakingsgesprek kan hebben.

Afgelopen weken sprak ik met mijn behandelaar over hoe we dan die wachttijd gingen overbruggen? Ze gaf aan dat ze met niet liet vallen en dat er een oplossing zou komen. We planden in januari nog een afsluitgesprek en dan zouden we een plan maken voor de komende maanden. Eén van de opties was overbrugging bij haar opvolger. Dat zie ik niet zo zitten, want dan moet ik dus twee keer een nieuw wentraject met een voor mij onbekende behandelaar aangaan. Ik zelf heb sterk de voorkeur om ter overbrugging een bekende therapeut uit eerdere behandeltrajecten te zien (mijn drama- of PMT therapeut). Ik durfde deze optie bijna niet voor te stellen. Ik vroeg het haar, terwijl ik de woorden ‘dat zal wel niet mogelijk zijn’ in slikte. Mijn behandelaar gaf aan dat dit misschien wél mogelijk was. Wellicht kon ze me toch zelf nog zien als haar agenda in januari nog niet vol was. Ze gaf me hoop.

Op enig moment brak ik. Ik vond en vind het zo oneerlijk (een beter woord heb ik even niet). Er wordt nu van mijn gevraagd, vertrouwen en geduld te hebben dat het goed komt. Ik (over)leef nu met een enorme onzekerheid over wat er na half januari gaat gebeuren. Aan de ene kant is het fijn dat er misschien overbrugging kan van een bekende therapeut (drama/PMT) of mijn eigen behandelaar, aan de andere kant is ‘de misschien’ niet prettig. Ik probeerde dat aan te geven, maar durf dan niet hard genoeg te roepen. Ik wilde vragen: Kun jij niet voor mij nagaan of de drama/PMT therapeut überhaupt ‘mag’? Maar ik durfde het niet. Uit angst voor het antwoord. Dat het niet mogelijk was. Of dat ze dat op dit moment niet kon zeggen.

Narrig en boos werd ik, net als een puber. Wellicht ben ik toch geschikt voor de jong volwassenen poli… Ik was boos op hoe ‘het’ nu eenmaal werkt in GGZ-land. Ik was boos op de POH dat zij mij een naam doorgegeven had van iemand die geen optie was. Ik had verwacht dat de POH dit van te voren gecheckt had. Toen ik deze verwachting deelde met mijn behandelaar, zei zij dat dat niet gebruikelijk is en dat het inderdaad logisch is dat ik als cliënt daar zelf achteraan ga. Ik gaf terug dat dit nu juist is wat ik normaal gezien al lastig vind, maar in een depressie echt heel moeilijk vind. Eigenlijk had (en heb) ik gewoon de oerbehoefte om verzorgd te worden. Ik voel me alleen staan, terwijl ik steeds te horen krijg: ‘je staat niet alleen, dit doen we samen’. Een boodschap die voor mijn gevoel tegenstrijdig is, niet klopt. Ik voel me namelijk wél alleen staan. Ik moet zélf dealen met de, voor mij, onverdraaglijke onzekerheid.

Natuurlijk weet ik dat deze kwestie ‘oud zeer’ raakt. Natuurlijk weet ik dat dit verdriet en deze boosheid niet passend is bij de situatie van nu. Maar het voelt wél zo. Ik ga op zoek naar controle, over het proces. Ik wil de gaten opvullen. Zekerheden zoeken, zodat ik dat gevoel van bengelen aan een dun draadje in een grote leegte niet voel. Ik verwacht dan van de ander dat die mij helpt mijn onzekerheden met zekerheden te vullen.

Wat me op zo’n moment extra verdrietig maakt, is dat ook de boodschap ‘dit is nu eenmaal het leven, het hoort erbij’ en ‘het verdriet/de boosheid mag er zijn’ er vaak achteraan komt. Voor mij werkt dat niet geruststellend of troostend. Mijn interpretatie van deze van deze boodschappen (ten tijde van depressie) is altijd: ‘stel je niet aan!’ Mijn hoofd trekt de onterechte conclusie dat ‘het er mogen zijn van de emotie’ betekent dat je de pijn niet voelt. Daar ontstaat de kortsluiting: Ik voel de pijn wél, dat vind ik verwarrend. Het voelt alsof die pijn nooit meer weg zal gaan. Ik wéét dat dat niet zo is, maar ik geloof het niet en ik vertrouw er al helemaal niet op.

Aan het einde van de sessie droogde ik mijn tranen en stapte in de auto. Ik reed naar huis, terwijl de tranen over mijn wangen biggelden. Ik dacht twee dingen: ‘deze tranen moeten wél opgedroogd zijn voor ik thuis ben, want stel dat de buurvrouw toevallig buiten is dan ‘moet’ ik van alles uitleggen’. En ik dacht: ‘over een klein uur heb ik een telefonische afspraak met de POH, wel handig als ik dan uit het drama ben’. Ik had de opdracht van mijn behandelaar gekregen om aan mijn POH te melden dat mijn verwachting was dat de POH de beschikbaarheid van de nieuwe behandelaren gecheckt zou hebben, voordat ze deze aan mij voorlegde. Mijn POH reageerde dat ze inderdaad niet wist dat er een patiëntenstop was bij die ene en dat de POH hier ook normaal gezien niet van op de hoogte is. Uiteraard vond ze het wél vervelend voor mij. We hadden overigens verder een prettig gesprek, waarin ze aangaf dat ik een complexe hulpvraag had en ze echt wilde dat ik bij de juiste behandelaar terecht kwam. Ze zei ook dat ik mocht zeggen als ik totaal geen ‘klik’ zou hebben met mijn mogelijke nieuwe behandelaar bij het kennismakingsgesprek, dan zou ze verder in haar netwerk gaan zoeken.

Ik blijf me nu echter afvragen welke toegevoegde waarde het melden van mijn verwachtingsprobleem aan de POH nu oplevert. Normaal gezien houd ik altijd mijn mond in dit soort situaties en ik vermoed dat ik dat in toekomstige gelijksoortige situaties weer ga doen. Mijn frustratie wordt hier namelijk niet minder van. Ik wist al dat de POH met alle goede bedoelingen mij wilde helpen (ze had zich echt uitstekend voorbereid op dat eerste gesprek). Ík had me niet mentaal voorbereid dat ‘vol’ een optie was. Ik had me enigszins voorbereid op een wachttijd (geen zes maanden, maar enige maanden).

Kortom ik heb weer een toevoeging op mijn ‘niet-vergeten-dat-dit-ook-kan-gebeuren-lijstje’…